Is een realistische representatie vandaag mogelijk, Fetishimage gaat ervan uit dat de wijze waarop we de wereld begrijpen niet alleen berust op het beredeneerde denken, maar tevens op een mentaal proces dat vergeleken kan worden met de stijlfiguren van de poëzie: metafoor, metonymie en synecdoche. De essentie van de poëzie, dat wat haar onderscheidt van andere functies van de taal, is het beeld. De beeldspraak beschrijft of verklaart niet, maar toont; haar werking berust niet op een deductief begrijpen, maar op de schok. Het is deze functie van het beeld die centraal staat in een tentoonstelling waarin beeldende kunst en poëzie met elkaar worden geconfronteerd. Het westerse denken wordt bepaald door een opvatting van kennis waarvan de poëtische taal is uitgesloten.
Fetishimage presenteert de esthetische ervaring als een relatie van de mens tot de wereld waarin kennis en genoegen samengaan. De opzet van de tentoonstelling sluit aan bij recente pogingen, zoals in documenta X, om het terrein van de sensibiliteit te verbreden en te intensiveren, en de geïsoleerde positie van de esthetica te doorbreken. Fetishimage weerspiegelt de interesse van kunstenaars en dichters in het onderzoeken van de mogelijkheden van de representatie. De tentoonstelling laat zien op welke wijze fictie kan worden ingezet om uitspraken te doen over de werkelijkheid.
Glen Rubsamen (Los Angeles, 1957) verwerkt tegenstrijdige perspectieven in schijnbaar hyperrealistische schilderijen van bekende stadslandschappen; hij test de potentie van de schilderkunst om de werkelijkheid te representeren door het wetenschappelijk perspectief, en haar ideaal van een waarheidsgetrouwe weergave, met fictie te vermengen.
Edwin Zwakman (Den Haag, 1969) gebruikt de ogenschijnlijke objectiviteit van de fotografie voor een realistische reproductie van het stedelijke landschap; de geregistreerde stadsgezichten en interieurs zijn echter in werkelijkheid maquettes, gefotografeerd in Zwakmans atelier. Het werkelijkheidsgehalte van de foto’s blijkt een constructie, een metafoor voor de wijze waarop onze stedenbouwkundige planologie het landschap construeert.
Carla Klein (Den Haag, 1970) schildert lege aquaria, terraria, vitrines en lichtbakken; het zijn kijkkasten waaruit de gebruikelijke protagonisten zijn weggelaten. Zij hanteert daarbij een bijzondere combinatie van figuratie en abstractie, die beelden oproept en tegelijkertijd aan het oog onttrekt. De lege figuratie stelt haar in staat een metaforische leegte te visualiseren.
Angel Vergara (Mières, 1958) tracht recht te doen aan de vluchtige en veranderlijke kant van de werkelijkheid. Zijn schematische schilderingen van de Belgische economie of het leven van Rubens bevinden zich op de grens tussen orde en chaos; in plaats van gelijksoortige data te selecteren en isoleren, toont hij de verstrengeling van feit en fictie, en van actualiteit en herinnering, die onze ervaring van de realiteit kenmerkt.
William Engelen (Weert, 1964) interesseert zich voor de abstracte notatiesystemen die gebruikt worden om muziek, dans en architectuur, te visualiseren. Daarbij gaat het om de representatie van tijd, beweging en ruimte. Engelen ontwikkelt persoonlijke tekensystemen, en laat verschillende systemen elkaar beïnvloeden, bijvoorbeeld door de intervallen in een muziekstuk te vertalen naar een ruimtelijke structuur.
Voor de tentoonstelling maakt Engelen een reeks van twaalf hypothetische architectonische voorstellingen, die zich gedurende de tentoonstellingsperiode daadwerkelijk in de tijd ontwikkelen en door de expositieruimte bewegen. Elke vier dagen wordt een nieuwe tekening aangebracht op een andere plaats in de tentoonstelling; het oude fragment verdwijnt. Daarnaast fungeren twee permanente tekeningen als referentiepunt.
De sequentie van Twelve Movements benadrukt dat iedere tekening een momentopname is in een voortdurend proces van deconstructie en transformatie, een proces waarvan ook de toeschouwer deel is die door middel van zijn verbeelding de tweedimensionale tekening opnieuw moet vertalen naar ritme, beweging en ruimte.
Een bewerking van het project is te zien op de Witte de With web-site, zie Twelve Movements.