De stad. Gondels, trapgevels en hotdogventers. De geur van een pretzel, het geluid van de metro, het verzakte portaal. De oranje luifel bij de bakker, de winterende linden op het plein, de ochtendzang van de buurvrouw achter. Geen van deze dingen staat op de kaart die het stratenpatroon maar niet het verkeer, het monument, maar niet de geschiedenis, de pleinen maar niet de seizoenen toont. De kaart wijst alleen de weg, door de stad te vangen in een meedogenloos raster. Fortuyn/O’Brien neemt juist dit raster als uitgangspunt voor een verkenning van de stad.
De kunstenaar zet een route uit langs alle snijpunten op één lengte- en breedteas van het raster, zoekt deze punten in de werkelijke stad en maakt op elk een foto in de vier windrichtingen. De foto’s worden in een diavoorstelling gepresenteerd die is voorzien van “citysongs”, een mix van geluiden die op de gefotografeerde locaties zijn opgenomen.
De Witte de With tentoonstelling, die een overzicht geeft van recent, niet eerder in Nederland getoond werk van Fortuyn/O’Brien, omvat vier van deze cityscapes: London, Parijs, Rotterdam en Valenciennes. De cityscapes illustreren de paradox dat extreem realisme tot onherkenbaarheid leidt. Hoewel ze zijn opgebouwd uit alledaagse elementen zoals straathoeken, huizen, het verkeer, wandelaars, de rivier, zijn ze toch onvertrouwd. Ze ontberen het verhaal van de kijker, van de toerist, flaneur of bewoner.
De cityscapes worden gecomplementeerd door een reeks prachtig gemaakte interieurs. Deze werken ontspruiten niet aan de strenge hand van de cartograaf maar aan de weelderige smaak van een ontwerper die de grenzen van natuurdecoratie verkent. Dansende draden, bronzen bomen en schitterend gekleurde bloemtapijten verleiden het oog. Ook hier echter is het bekende vervreemd: aanvankelijke bewondering slaat om in ongemak. De bomen zijn omgeven door ijzige stilte, de tapijten omringd door woekerende knoesten, varens vormen levende schilderijen en een paar keramische honden kijkt zwijgend uit het raam.
Het werk over Rotterdam dat Fortuyn/O’Brien speciaal voor deze tentoonstelling heeft gemaakt bekroont het onderzoek naar de verhoudingen tussen cultuur en natuur, tussen binnen en buiten. Een intrigerende cityscape van de havenstad vindt zijn tegenhanger in ijle zalen waarin vergezichten met rode geraniums en weerkaatsingen van daglicht uitzicht en interieur doen versmelten. Het lijkt alsof de stad ademt door de ruimtes van Witte de With.
Te samen roepen deze werken slechts vage associaties op met bestaande steden en interieurs. Bekende beelden, geuren en geluiden vormen veeleer nieuwe configuraties die, elk met een karakteristieke architectuur, ecologie en esthetiek, hun eigen merkwaardige stillevens leiden.