Eerste overzicht van zelfportretten van Philip Akkerman, 450 geschilderde zelfportretten, gemaakt tussen 1981 en 1992, en 676 getekende zelfportretten, gemaakt tussen 1984 en 1992. Documenten en videoprogramma van en over de kunstenaar.
Vanaf 1981 legt Philip Akkerman zich uitsluitend toe op het schilderen en tekenen van zelfportretten waarbij hij zich niet bindt aan een of andere stijl of stroming. Daardoor neemt hij voor buitenstaanders een schijnbaar geisoleerde positie in.
In Witte de With kreeg Akkerman voor het eerst de gelegenheid al zijn, tot nu toe, gerealiseerde zelfportretten te tonen, als een letterlijke en figuurlijke reconstructie van tien jaar uit zijn leven en kunstenaarsbestaan.
Tevens werden met deze tentoonstelling andere aspecten benadrukt die in het totale programma van Witte de With met regelmaat terugkeren. Ten eerste betreft het de discussie over de positie van de kunstenaar in Nederland. Ten tweede werd opnieuw de autonomie van de schilderkunst onderzocht en tenslotte pasten de werken van Akkerman in de, mede door Witte de With geentameerde, discussie over bet belang van de menselijke figuur in de hedendaagse kunst.
De tentoonstelling presenteerde 450 zelf-portretten, daterend van 1981 tot 1992, samen met een archief van 676 tekeningen en autobiografische notitieboekjes waarin Akkerman zijn werken becommentarieert. De werken werden chronologisch gepresenteerd, zodat de suggestie werd gewekt dat het leven van de schilder van dag tot dag kon worden gevolgd.