De laatste tentoonstelling van 1992, met sculpturen van de Duitse kunstenaar Stephan Balkenhol (1957), stond in het teken van het begrip mimesis.
Hoewel Balkenhol reeds enige jaren met succes vertegenwoordigd is in galerieen, verzamelingen en musea, werd niet eerder duidelijk gemaakt welke esthetische en ideele positie de kunstenaar, met zijn uit hout gesneden en beschilderde menselijke gestalten en gezichten, inneemt. De opzet van de tentoonstelling zorgde in het algemeen voor een bijstelling van de publieke perceptie van het oeuvre en de intenties van Balkenhol. Mede door de, in nauwe samenwerking met de kunstenaar tot stand gekomen, publikatie, werd duidelijk hoe Stephan Balkenhol de menselijke figuur tegen wil en dank laat terugkeren in de hedendaagse kunst.
Deze tentoonstelling rondde voorlopig het onderzoek af dat Witte de With heeft gedaan naar de afbeelding van de menselijke figuur in de hedendaagse kunst. Een thema dat reeds werden aangesneden in onder meer de tentoonstellingen van Ken Lum (1990), John Ahearn & Rigoberto Torres (1991/1992) en Philip Akkerman (1992).