Tue Greenfort (Denemarken, 1973) zoekt verborgen hoeken, non-plaatsen op waar de grens tussen “natuur” en “cultuur” vervaagt. Deze zomer toont Tue Greenfort in Witte de With een aantal bestaande werken naast twee nieuwe werken.

Witte de With presenteert de eerste grote solotentoonstelling van de Deense kunstenaar Tue Greenfort. Greenforts aanpak is multidisciplinair en van tijd tot tijd quasi-wetenschappelijk. Gebruikmakend van diverse materialen exploreert hij ideeën over het milieu, hergebruik van materialen en kunstmechanismen. Hij situeert zijn werk op het grensvlak van “cultuur” en “natuur” en onderzoekt de manier waarop de natuurlijke wereld zich manifesteert in de verstedelijkte omgeving van de grote stad.

Greenforts kunstpraktijk toont overeenkomsten met zowel postconceptuele kunst als milieubewuste stromingen in de kunst. Hij werkt vaak kleinschalig, met een zichtbaar bewustzijn voor de gevolgen van onze daden. Door middel van ogenschijnlijk simpele voorwerpen en interventies legt hij structuren die onze omgeving vormgeven bloot. Greenfort maakt in zijn werk regelmatig gebruik van dieren een pad voor mieren dat leidt naar een zorgvuldig voorbereid maal (Social Organism, 2001), of een camera geactiveerd door vossen middels een lokworst (Daimlerstr. 38, 2001) als metafoor voor de menselijke maatschappij.

Deze tentoonstelling in Witte de With is geen overzichtstentoonstelling, noch een vertoning van nieuwe opdrachten, maar een presentatie van Greenforts werk in een nieuwe configuratie. Het idee van de tentoonstelling als metaforisch ecosysteem vormt het uitgangspunt van de inrichting van de tentoonstellingsruimte, waarbij de relaties tussen zijn uiteenlopende projecten zichtbaar worden gemaakt.

In de periode voorafgaand aan de tentoonstelling heeft Greenfort de lokale situatie nauwkeurig bestudeerd. Herbarium of Origins (2006) bestaat uit een verzameling fruitstickers, die het land van herkomst aanduiden, gecombineerd met gedroogde en geperste uitheemse planten gevonden in het Rotterdamse havengebied (onderdeel van de collectie van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam). Dit werk maakt de relatie zichtbaar tussen de import van producten en de minder zichtbare gevolgen van wereldwijde handel, die zich over de afgelopen honderden jaren heeft ontwikkeld en onbedoeld talloze nieuwe biologische soorten naar Nederland heeft gebracht.

In de grote installatie Public flower pollination (2006) worden regionale invloeden vermengd met zijn interesse in de maakbare natuur. De installatie bestaat uit een levensgrote omgekeerde kas, waarin “werkende” hommels te zien zijn. De hommels worden ingezet om gewassen te bestuiven in de commerciële bloemen- en fruitteelt en kunnen per doos besteld worden bij gespecialiseerde biologische bedrijven. De bloemen in de kas zijn een samenstelling van soorten typisch voor kruispunten in Rotterdam. Greenfort speelt hier met noties van interieur/exterieur en natuurlijk/ kunstmatig en creëert een streng gereguleerde omgeving. Zijn fascinatie voor het gecultiveerde Nederlandse landschap en de esthetiek van de landbouwproductie is ook terug te vinden in de reeks foto’s, genomen tijdens zijn onderzoek voor de tentoonstelling (allen 2006).

Verscheidene van Greenforts recente werken onderzoeken de manier waarop natuurlijke bronnen worden vercommercialiseerd en verkocht. In dit geval legt hij de nadruk op de vercommercialisering van drinkwater en het toenemend gebruik van merkwater. Zijn Chaudfontaine Condensation Cube (2006), naar een werk van Hans Haacke, gebruikt in plaats van gedestilleerd water zoals Haackes origineel, gebotteld water, verkocht door de Coca-Cola Company. Het werk is een duidelijk voorbeeld van Greenforts persoonlijke milieubewustzijn, gecombineerd met noties uit de conceptuele kunst.

Designer water – solid, liquid, gas (2006) vertegenwoordigd processen, waar in een eerdere collage met dezelfde ondertitel, naar werd verwezen. Bewerking van bestaande projecten en het aanpassen van projecten aan een nieuwe context illustreert Greenforts belangstelling in het hergebruik van ideeën. Nog een bewerking van een vroeger werk is Water cooler (2006). Hier wordt bevroren vruchtensap gebruikt om water te koelen dat vanuit Witte de Withs kelder, waar zich de centrale waterleiding bevindt, naar boven wordt gepompt. De interventie in de functionele architectuur van het instituut brengt de tentoonstelling voorbij de galerieruimte, het werk integrerend in de infrastructuur van het gebouw.

Greenfort vroeg Witte de With om, tijdens de tentoonstelling, haar energielevering om te schakelen naar milieuvriendelijke bronnen. De gesprekken met energieleverancier ENECO ‘gepresenteerd in de tentoonstelling‘ maken duidelijk hoeveel rompslomp er bij zo’n verandering komt kijken. Het project From gray to green (2006), onderzoekt de sociale verantwoordelijkheden van het bedrijfsleven en waardeaspecten van energieproductie: “groene” energie is feitelijk niet meer waard dan “grijze” energie; de extra kosten worden veroorzaakt door haar productstatus op de vrije markt. Uiteindelijk bleek het onmogelijk de energieaansluiting voor slechts zes weken om te zetten. In plaats daarvan bood ENECO aan de wijziging in 2007 door te voeren en Witte de With tegemoet te komen in de extra kosten. Hierover wordt momenteel nog onderhandeld. From gray to green zou op deze manier een jaar ‘van toepassing zijn’, al is het als kunstwerk nauwelijks zichtbaar en van minimale invloed op de dagelijkse gang van zaken.

De tentoonstelling is samengesteld door Florian Waldvogel en Zoe Gray en wordt gepresenteerd op de gehele tweede verdieping van Witte de With.

De tentoonstelling wordt vergezeld van de publicatie Tue Greenfort, een samenwerking tussen WdW uitgevers en Lukas & Sternberg, met essays van Maria Mühle en Jesper Hoffmeyer (in het Duits en Engels) en een interview met Tue Greenfort door Zoë Gray.
ISBN: 0-9745688-0-5

Greenfort (1973, Holbäk, Denmark) woont en werkt in Berlijn. Recente tentoonstellingen waren te zien in Kunstverein Arnsberg en Johann König gallery in Berlijn (2005). Dit jaar is zijn werk te zien in de groepstentoonstelling Don Quijote in Witte de With en in 4 in Anna Helwing Gallery (L.A.). Onlangs volgde hij het ‘artist-in-residence’ programma van het ISP in Oslo. Binnenkort voert hij een opdracht voor Londen’s RSA Art & Ecology programma uit.

Vrijdag 23 juni 2006
15:00 uur Persvoorbezichtiging.
17:00 uur Panelgesprek: overlappingen tussen kunst en ecologie. Een gesprek tussen Tue Greenfort, Raimar Stange (kunstcriticus, Berlijn) en Remko Andeweg (Bureau Stadsnatuur Rotterdam). Gemodereerd door Florian Waldvogel (curator).
Voertaal Engels. Gratis entree.
18:00 uur Opening van de tentoonstelling. Borrel, allen welkom.
19:00 uur Introductie door Nicolaus Schafhausen (directeur).

—Met dank aan:

Remko Andeweg, Rotterdam Bureau Stadsnatuur, Nina Boas, Danish Arts Agency, DCMR Milieudienst Rijnmond, Hans Dekker, ENECO Energie, Misja Immink, Johann König gallery, Koppert Biological Systems, Natuurhistorisch Museum Rotterdam, Niels van Poecke, Roteb, Raimar Stange, Maria en Alexis Stenfors, Bieke Versloot.


—Ondersteund door

Tema Celeste