Met werken van: Vito Acconci, Judith Barry, Geneviève Cadieux, Janet Cardiff & George Bures Miller, Jochen Gerz, Gary Hill, Pierre Huyghe, Kristin Oppenheim en Moniek Toebosch.
Lange tijd werd de menselijke stem niet tot het terrein van de beeldende kunsten gerekend, omdat deze zich niet in beeld liet weergeven. In de laatste decennia, toen kunstenaars het audiovisuele domein gingen exploreren, heeft de complexe relatie tussen stem en beeld echter meer aandacht gekregen. De tentoonstelling Voices is een aanzet om het gebruik van de stem als metafoor en materiaal in de hedendaagse kunst te onderzoeken.
Gebruikmakend van een breed spectrum van media – waaronder video, film, fotografie, en multi media installaties – stellen deze werken op provocerende wijze de rol van de stem als communicatie- en expressiemiddel in de cultuur van de 20e eeuw aan de orde.
In de werken in de tentoonstelling worden thema’s belicht als: de “innerlijke stem” als een symbool van de eigen identiteit; de “stem van de macht” die zich tot ons richt via de massamedia; het erfgoed van de klankgedichten van de dada kunstenaars en de meer recente poésie sonore; de schijnbaar tegenstrijdige samenvoeging van stem en beeld in cinema; en de experimentele combinatie van gesproken en elektronisch gegenereerde geluiden. Voices zet aan tot een nieuwe manier van denken over de geleidelijke verandering in de sociale relaties waartoe uitvindingen als de telefoon, radio, luidspreker, cassetterecorder, en computer stem hebben geleid.
De werken van Jochen Gerz uit de zestiger en begin zeventiger jaren weerspiegelen zijn betrokkenheid bij de internationale experimentele poëzie uit die tijd. Gerz’ Speaking of Her (1972), te horen via een telefoon, bestaat uit een korte tekst die gelijktijdig wordt opgezegd door een tweetal stemmen – een mannelijke, die Frans spreekt, en een vrouwelijke die Engels spreekt. De stemmen zijn tegelijkertijd gescheiden en innig verweven, en creëren zo een verrassend patroon van geluid en betekenis in het hoofd van de luisteraar.
Sinds het eind van de zestiger jaren, gebruikt Vito Acconci in performances, videotapes en installaties zijn eigen specifieke stemgeluid als instrument om te bevelen, te bekennen, te verleiden of te veroordelen. In Three Columns for America (1976) brengt Acconci – zoals hij zelf zegt – een “bericht uit Amerika” over. Gezeten voor drie grote, minimalistische panelen, luistert de bezoeker naar de kunstenaar die hem, met afwisselende stemmen, toespreekt. Eén is de clichématige “innerlijke” stem van een deelnemer aan de dagelijkse wedren van de Amerikaanse samenleving; de andere is de “naar buiten gerichte” stem van een radio omroeper die lasterlijke krantenkoppen over de seksuele grillen van Amerikaanse politici voorleest.
Al ruim twintig jaar speelt Gary Hill met zijn videotapes en installaties een voortrekkersrol in het zoeken naar nieuwe vormen van wisselwerking tussen gesproken taal, geschreven taal en visuele beelden. In een serie korte videowerken uit 1978-80 – Mouthpiece; Primary; Elements; Mediations en Around and About – kan Hill’s ontwikkeling van formele experimenten met abstracte videobeelden en syllabische klanken tot combinaties van herkenbare beelden en gesproken taal stap voor stap gevolgd worden. Deze werken bereidden de weg voor Hill’s invloedrijke videoweken en installaties van de tachtiger jaren.
Geneviève Cadieux onderzoekt de expressieve kracht van de visuele voorstellingswereld en gesproken taal. In twee recente tweeluiken Elle et lui en Elle et lui (avec main de femme) (1997), zijn sterk vergrote foto’s van een gespannen kijkende man en vrouw zo uitgekaderd en gecombineerd dat door de gebarende handen en de gezichtuitdrukkingen een “off screen” stem gesuggereerd wordt. Zo ontstaat een archetypisch modern tableau: een scene van een stroef verlopende communicatie en falende dialoog, vol holle woorden die hun doel missen.
In Kristin Oppenheim’s minimalistische installaties zijn nauwelijks beelden aanwezig, waardoor de gevoelswaarde van haar stem benadrukt wordt. Voor Hey Joe (1996) nam zij de eerste zin van een populaire hit die ten tijde van de Vietnamoorlog vertolkt werd door Jimi Hendrix: “Hey Joe, where are you going with that gun in your hand?” Terwijl Oppenheim deze woorden zachtjes zingt, bewegen elektrisch gestuurde zoeklichten zich door de verder lege ruimte zodat de sprookjesachtige betovering zich vermengd met een toenemend gevoel van dreiging.
In de geënsceneerde “geluidslandschappen” van Janet Cardiff en George Bures Miller raken de feitelijke waarneming en fantasie met elkaar verstrengeld. In hun nieuwe installatie La Tour, een verhaal van verleiding en verraad, worden intimiteit en voyeurisme, realiteit en fictie, verleden en heden met elkaar vermengd. Voor La Tour lieten zij zich inspireren door Marguerite de Bourgogne, de legendarische koningin van Frankrijk, die bij volle maan orgieën zou hebben gehouden in de Tour de Nestle.
De tegenstrijdigheden van het gebruik van de stem in film spelen een belangrijke rol in Pierre Huyghe’s recente werk. Zijn videoinstallatie Dubbing (1996) toont een studio met een groep professionele film dubbers die aandachtig in onze richting lijken te kijken. Zij kijken echter naar de – voor ons onzichtbare – horrorfilm Poltergeist en spreken op theatrale wijze de Franse dialogen in. Terwijl we de dubbers toegewijd in de huid van de verschillende karakters zien kruipen, komt een andere ruimte tot leven, de imaginaire ruimte van het verhaal dat zich “voor onze oren” afspeelt.
Gebruikmakend van een breed scala aan cinematografische middelen voor het weergeven van de stem – synchrone en a-synchrone dialogen, off-camera stemmen, voice-overs enz. – dramatiseert Judith Barry de wijze waarop complexe auditieve en gesproken elementen ons zelfbeeld en onze ervaring van de fysieke ruimte beïnvloeden. Barry’s nieuwe werk VOICE off onderzoekt de begrippen bezit en verlies. De bezoeker wordt geconfronteerd met twee metaforische verhalen die zich gelijktijdig op een tweezijdig scherm ontvouwen: het verhaal van een vrouw die haar stem kwijt is en er koortsachtig naar op zoek is; en het verhaal van een man die gekweld wordt door stemmen waarvan hij vastbesloten is de herkomst te achterhalen.
Moniek Toebosch is niet alleen bekend als beeldend kunstenaar maar ook als performer, zangeres en actrice in experimentele films. Zij draagt haar nieuwe installatie, Les douleurs contemporaines V – de processie, op aan wat zij “het verdriet van deze eeuw” noemt. De processie is een rondgang langs honderd geluidsboxen die, geactiveerd door de aanwezigheid van de bezoeker, een geweeklaag laten horen, uitingen van verdriet die Toebosch vond in o.a. archieven en televisiedocumentaires en waarvoor ze nieuwe opnamen maakte. Toebosch laat ons stilstaan bij de intense emotie in de talloze dagelijkse uitingen van rouw waarvan onze wereld doordrongen is.
Audiotheek
Naast de werken in de tentoonstelling is een audiotheek ingericht, waarin historische en hedendaagse opnamen te beluisteren zijn die een overzicht geven van het gebruik van de stem in klankgedichten, avant-garde muziek, conceptuele kunst en hedendaagse kunst.
Catalogus
Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus met teksten van gastconservator Christopher Phillips, over de stem als metafoor en materiaal in de hedendaagse kunst; kunstcritica Kate Linker, over het gebruik van de stem in videokunst, uitgaande van het werk van Vito Acconci; en de tekst “The Voice, between body and language” van de Franse psychoanalyticus Guy Rosolato. De catalogus bevat verder een uitgebreide documentatie van de werken in de tentoonstelling, alsook een bibliografie en een discografie.
Voices is een co-productie van Witte de With, center for contemporary art, Rotterdam; the Fundació Joan Miró, Barcelona; Le Fresnoy – Studio National des Arts Contemporains, Tourcoing
Voices kwam tot stand dankzij de steun van IRCAM, Paris; Kaleidoscope Program of the European Economic Community; CRAAV, Lille; KPN Nederland; Mondriaan Stichting, Amsterdam.
IRCAM, Paris; Kaleidoscope Program of the European Economic Community; CRAAV, Lille; KPN Nederland; Mondriaan Stichting, Amsterdam.