Wat maakt misdaadverhalen zo fascinerend? Wellicht is het de grensvervaging tussen de rollen van de misdadiger, het slachtoffer en het publiek. Wij zijn potentiële slachtoffers en misschien zelfs crimineel.
Deze publicatie wordt uitgegeven naar aanleiding van de tentoonstelling The Crime Was Almost Perfect, die van 24 januari t/m 27 april 2014 te zien was bij Witte de With. Deze publicatie bevat zowel detectiveverhalen als meer theoretische, filosofische en esthetische beschouwingen. Gepubliceerd na de afsluiting van de tentoonstelling moet deze publicatie worden gezien als een voortzetting van hetzelfde proces en als een opzichzelfstaande bron in plaats van enkel documentatie en nabeschouwing.
Als literaire benadering van het thema zijn een aantal fictie teksten geschreven. Ook zijn er drie theoretische teksten in dit boek opgenomen die wij bijzonder relevant vinden in de context van deze publicatie. Deze essays zijn gekozen, niet omdat het de deelnemende kunstenaars activiteiten en kunstwerken behandelt, maar om enkele van de kwesties uit de tentoonstelling te analyseren. Een ander centraal aspect van deze publicatie is de link tussen de perspectieven op de tentoonstellingen, en werkbeschrijvingen van de verschillende installaties in de tentoonstelling.
Een belangrijk uitgangspunt van de tentoonstelling en deze publicatie is het format van de detectiveroman. Fictie en theorie komen samen en vinden een evenwicht in deze publicatie door de aanwezigheid van de kritische teksten van Michael Zinganel (“Crime does pay!: The Structure-Building Power of Crime for Urban Planning and Urban Experience”) en Alexandra Midal (“The Designer as a Cheater”). Ook bevat het boek een herdruk van de tekst “The Productivity of Crime” door Karl Marx.
Deze publicatie wordt gepubliceerd naar aanleiding van de tentoonstelling The Crime Was Almost Perfect (24 januari – 27 april 2014) door curator Cristina Ricupero in Witte de With Center for Contemporary Art in Rotterdam.