Adi Efal is een Gerda Henkel Research Fellow aan het Thomas Institute van de Universiteit van Keulen. Van 2010 tot 2012 was zij een Fritz Thyssen Fellow aan het kunsthistorisch instituut van deze universiteit. In 2010 was zij fellow aan het IFK Vienna; in 2007-2008 aan het Rosenzweig Center for German Jewish Culture in the Hebrew University of Jerusalem en in 2005-2006 aan de Ecole Normale Supérieure in Parijs. Tussen 1999 en 2009 was zij verbonden aan verschillende wetenschappelijke instituten in Israël, waaronder de Aviv University en de Bezalel Academy of Art and Design in Jerusalem. Efal richt haar onderzoek met name op historiografie en kunsttheorie. Zij is verantwoordelijk voor de Hebreeuwse vertalingen van Alain Badious L’éthique (2002) en Jacques Rancieres Le partage du sensible (2004).