Ter gelegenheid van de opening van Ah, my beautiful Venus!, een nieuwe serie werken door kunstenaar Rayyane Tabet die onderdeel zijn van Para | Fictions, organiseren wij een gesprek tussen de kunstenaar en Witte de With curator Natasha Hoare.
Ah, my beautiful Venus!
In het kader van zijn bredere project rond de opgravingen van Max von Oppenheim in Syrië vervlecht Rayyane Tabet in deze laatste toevoeging aan de serie Para|Fictions meerdere verhaallijnen met elkaar. Hij stelt op die manier een geschiedenis samen van de zogenaamde “Venus van Tell Halaf,” een neo-Hettitisch grafmonument in de vorm van een vruchtbaarheidsbeeld. Tabet breidt zijn literaire en associatieve onderzoek uit met een installatie waarin hij het verloop schetst van de verschillende cycli van onthulling, geweld en presentatie die deze specifieke sculptuur heeft doorgemaakt. Hij doet dit aan de hand van de sporen die de Venus heeft achtergelaten in literaire bronnen van Agatha Christie, Max von Oppenheim en André Malraux. De werkelijkheid lijkt in dit geval vreemder te zijn dan de fictie; gedurende duizenden jaren van opgravingen, vernietiging, reproductie en reconstructie lijkt de Venus van Tell Halaf zichzelf telkens opnieuw te verbeelden en uit te vinden.
Para | Fictions
Ah, my beautiful Venus! is onderdeel van Para | Fictions, een serie die ontsproot uit de bijzondere overeenkomsten tussen literatuur en beeldende kunst in de hedendaagse cultuur. Als zowel kunst als literatuur vormen van denken zijn, wat ontstaat of gaat verloren in kruisbestuivingen, vertalingen en interactie tussen de twee? Dergelijke vragen staan centraal in een reeks van voortdurend onderzoek op de begane grond via het werk van tien kunstenaars; Daniel Dewar & Grégory Gicquel, Calla Henkel & Max Pitegoff, Mark Geffriaud, Laure Prouvost, Oscar Santillan, Dineo Seshee Bopape, Lucy Skaer and Rayyane Tabet. Elk project gaat uit van een andere artistieke methodologie, die volgt uit een combinatie van de visuele interesses en literaire achtergrond van elke kunstenaar, om te onderzoeken hoe levensvatbaar het is ‘referentie’ als ‘vorm’, en ‘vertaling’ als ‘co-auteurschap’ te zien.