Jean-Martin Charcot (1825 - 1893, Frankrijk) was een van Frankrijks meest vooraanstaande artsen en docenten geneeskunde van de 19e eeuw en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de moderne wetenschap op het gebied van neurologie, waarvoor hij in zijn leven wel 15 nieuwe aandoeningen en eigenschappen wist te benoemen. Zijn technieken, ontdekkingen en passie voor het onderwerp maakten de 'hersenen en het ruggenmerg' het centrale gebied van alle medische innovaties in het begin van de 19e eeuw. Charcot ontwikkelde een bijzondere interesse voor een in die tijd zeldzame ziekte genaamd hysterie, en ontwikkelde de term voor een andere aandoening die hij multiple sclerose noemde. Charcots toepassing van hypnose in een poging de organische basis voor hysterie te ontdekken, stimuleerde Sigmund Freuds interesse in de psychologische oorsprong van neuroses. Charcot werkte bij de universiteit van Parijs (1860-1893) en begon een levenslange samenwerking met het Hôpital de la Salpêtrière (Parijs) in 1862. Hij beïnvloedde vele medici over de hele wereld: Sigmund Freud, Alfred Binet, Pierre Janet en Georges Gilles de la Tourette zijn allemaal studenten bij hem geweest.