“It takes two to tango”, dat geldt zowel in de liefde als bij het teweeg brengen van politieke verandering. Maar wat is de onderlinge dynamiek in een samenwerking tussen verschillende kunstenaars of tussen kunstenaars en kunstinstellingen? In haar meer dan vijfentwintigjarige bestaan heeft ons instituut tweeduizend kunstenaars een podium geboden. Elk project gaf inzicht in een nieuwe context, met individuele interesses, zorgen en modus operandi. Daarmee hebben deze kunstenaars onze gedeelde leefervaring (de strijd die gepaard gaat met) het dagelijkse samenleven met elkaar geduid, en ons in staat gesteld om te reageren op sociale en politieke actualiteiten.
Voor The Ten Murders of Josephine werkten Rana Hamadeh en Witte de With nauw samen aan een programma dat de voedingsbodem vormt voor een ambitieuze productie. De productie bestaat, naast de tentoonstelling die momenteel te zien is, uit een klanken tekstgeoriënteerde Opera die de tentoonstelling inzet als theoretisch kader en houvast, als fabriek en als assemblagelijn. De inleidende studiegroep nodigde uit om na te denken over de manier waarop hedendaagse juridische infrastructuren zich verhouden tot de door Hamadeh herziene notie van “de getuigenis”. De productie mondt ten slotte uit in een publicatie die een deel van het libretto van de opera vormt en een film. Het project komt op een belangrijk moment in de veelzijdige praktijk van Hamadeh en stelt de dynamiek achter het maken van tentoonstellingen op de proef.
De tentoonstelling Öğüt & Macuga maakt eveneens een transformatie door. Door het in contact brengen van Goshka Macuga en Ahmet Öğüt, twee kritisch-geëngageerde kunstenaars, kunnen wij nu het tweede hoofdstuk in hun samenwerking laten zien. Hun doorlopende discussies, gedeelde interesse in historische en politieke contexten en de vele toevalligheden die zich gaandeweg hun uitwisseling hebben voorgedaan, vormen het uitgangspunt. In het eerste gedeelte van hun dialoog, onder leiding van Öğüt, werden de lexicons en hulpmiddelen waarvan ze zich bedienen gepresenteerd. Macuga neemt het roer over voor Episode 2: The Show is Over, en neemt daarbij destructie en ‘plotselinge verandering’ als leidraad. De tentoonstelling gaat verder als een proeftuin waarin reconstructieprocessen worden onderzocht, institutioneel dan wel politiek.
Aangespoord door gesprekken met de individuen en groepen die afgelopen zomer betrokken waren bij het programma Cinema Olanda: Platform met kunstenaar Wendelien van Oldenborgh, beginnen we aan een aantal initiatieven, waaronder Rotterdam Cultural Histories #12; What’s in a Name?. Deze editie brengt de geschiedenis van de historische figuur Witte de With en van de naamgeving van de straat en onze instelling aan het licht; een eerste stap in een traject waarin kwesties van representatie binnen publieke instellingen en de Nederlandse samenleving in brede zin aan de kaak worden gesteld.
Ten slotte sluiten we op de begane grond Para | Fictions af, een serie werken in opdracht waarin kunst en literatuur elkaar treffen. Na Ah, my beautiful Venus! van Rayyane Tabet, die gebruikmaakt van de laatste nog actieve steengroeve in Syrië, volgt Dineo Seshee Bopape, die via haar helende praktijk die met name tot uiting komt in sculpturen streeft naar gerechtigheid voor degenen die zich hebben verzet tegen, en zij die onderworpen werden aan, koloniaal geweld.
Defne Ayas
Rotterdam, september 2017